U bent hier
N-VA pleit voor extra noodwoning
Op de voorbije gemeenteraad heeft gemeente-, OCMW- en BCSD-raadslid Marie-Christine Vandendriessche opnieuw een lans gebroken voor een extra gemeentelijk noodwoning. Uit het antwoord op haar vragen, blijkt dat het verschil in kostprijs voor noodopvang tussen enerzijds de gemeentelijke noodwoning en anderzijds de crisiskamer in woonzorgcentrum Amphora zeer groot is. “Wanneer bijvoorbeeld een koppel door een noodsituatie gemeentelijke crisisopvang nodig heeft, moet er voldoende aanbod zijn. Als de enige noodwoning in onze gemeente op dat moment niet beschikbaar is, worden ze verwezen naar de crisiskamer(s) of zorgflats van Amphora. In dat geval kan de dagelijkse kostprijs oplopen tot zes of zeven keer meer in vergelijking met de noodwoning. Als een koppel voor een langere periode noodopvang nodig heeft, kunnen de kosten daarom enorm oplopen. Daarom pleit ik voor een extra noodwoning, zodat we voldoende capaciteit hebben in onze gemeente”, zegt Vandendriessche.
De gemeente Wingene beschikt momenteel over een noodwoning en twee crisiskamers in het woonzorgcentrum Amphora. De kostprijs per dag voor de noodwoning is 20 euro. De dagprijs van een crisiskamer in Amphora is 70,42 euro. Wanneer een persoon of een koppel worden ondergebracht in de crisiskamer(s), wordt de gebruiker rechtsreeks gefactureerd. In het verleden zijn er reeds dossiers geweest waarbij men werd doorverwezen naar een zorgflat in Amphora. In dat geval is de dagprijs 58,18 euro. Het verschil tussen de kostprijs per dag tussen de noodwoning en een crisiskamer ligt volgens de voorzitter van het Bijzonder comité voor de Sociale Dienst, Tom Braet, in de personeelsomkadering, maaltijden en zorg.
Volgens Vandendriessche heeft niet iedereen in noodopvang die diensten nodig en men kan trouwens niet koken in een crisiskamer. Daarom deed ze in de gemeenteraad van augustus een pleidooi om als gemeente in te tekenen op de projectoproep van minister Diependaele voor het bouwen, kopen, renoveren en inrichten van noodwoningen. Via deze projectoproep zou de gemeente kunnen rekenen op een Vlaamse subsidie van 50 % of maximum 159.500 euro per noodwoning. In 2022 was de noodwoning 11 maanden bezet. “Het gemeentebestuur ging niet in op mijn voorstel, maar ik blijf pleiten voor een extra noodwoning in onze gemeente. We moeten voldoende noodwoningen hebben voor onze inwoners. Op die manier kunnen we ze opvangen in hun donkerste uur én drukken we de kostprijs voor hen”, zegt Vandendriessche.
Transparantie in rusthuisfactuur noodzakelijk
Op dezelfde gemeenteraad pleitte Vandendriessche voor transparantie in de rusthuisfactuur. Momenteel is de dagprijs voor de bewoners in Amphora 70,42 euro, waarbij de overheid daarnaast ongeveer 90 euro dagforfait subsidieert. Specifiek vroeg Vandendriessche een overzicht van de dagelijkse kostprijs opgedeeld per gedeelte: het woongedeelte, voedingsgedeelte en zorggedeelte. Voorzitter Braet antwoordde dat er op dit moment in geen enkel woonzorgcentrum die opdeling wordt gemaakt, dus ook niet in WZC Amphora. Dat komt omdat er één boekhouding wordt gevoerd. Hij verwees ook naar het experiment van Vlaams minister van Welzijn en Gezondheid, Hilde Crevits, waarbij men een tool wil ontwikkelen om inzicht te krijgen op die verschillende gedeelten van de factuur. GVO heeft zich kandidaat gesteld om daarover mee na te denken met twee WZC’s. De twee WZC’s in kwestie zijn wel niet Amphora en Het Laar. Voorzitter Braet meent dat de financiering van het Vlaamse woonzorglandschap een ingewikkeld kluwen is, omdat sommige woonzorgcentra niet of via andere subsidielijnen worden betoelaagd.
“Het is inderdaad ingewikkeld, maar verschillende zaken zoals nomenclatuur en bepaalde referenties met de daarbij horende waardebepaling, zijn toch indicatief bij de opmaak van facturatie. Ik hoop dat er snel duidelijkheid en inzicht komt in de rusthuisfactuur, in bijzonder voor de woonzorgcentra in onze gemeente. Dat is een eerste belangrijke stap om de factuur transparant te maken. We moeten prioritair streven om de rusthuisfactuur betaalbaar te maken voor de rusthuisbewoner”, besluit Vandendriessche.