U bent hier
Versoepeling indiening documenten verwarmingstoelage
Het OCMW kent jaarlijks een verwarmingstoelage toe aan inwoners die behoren tot een van de drie categorieën van personen die recht hebben op de verwarmingstoelage:
- 1ste categorie: gerechtigden op een verhoogde tegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering (leefloon, inkomensgarantie voor ouderen, maatschappelijke dienstverlening, handicap...)
- 2de categorie: huishoudens met een laag inkomen: het bedrag van het bruto belastbaar jaarinkomen van het huishouden is lager dan of gelijk aan € 19.566,25 (vanaf 1/03/2020) vermeerderd met € 3.622,24 (vanaf 1/03/2020) per persoon ten laste. Om als persoon ten laste te worden beschouwd, dient het netto inkomen lager te zijn dan 3.330€ (vanaf 01/01/2020), de gezinsbijslag en het onderhoudsgeld voor kinderen niet meegeteld (bron: POD MI)
- 3de categorie: personen met een schuldoverlast. Wanneer je een collectieve schuldenregeling hebt of in schuldbemiddeling bent en het OCMW heeft vastgesteld dat je de verwarmingsfactuur niet kan betalen, kan je een verwarmingstoelage krijgen
De levering moet gebeuren tussen 1 januari en 31 december van het lopende jaar en normaal moeten de facturen binnen de 60 dagen bij het OCMW toekomen.
Ingevolge de exit-strategie verleent het POD MI soepelheid bij het indienen van facturen bij de OCMW’s voor de periode vanaf 14 maart tot 18 mei 2020 en wordt de termijn opgeschort wegens overmacht door COVID 19! Vanaf 18 mei moet je de deadline van 60 dagen opnieuw respecteren!
--
FAQ:
Hoe worden de 60 dagen om een aanvraag in te dienen gerekend indien deze volledig of gedeeltelijk binnen de overmachtsperiode van 14 maart tot 18 mei 2020 vielen?
Het principe is dat de cliënt binnen de 60 dagen na de levering zijn aanvraag dient te doen. Deze termijn kan enkel verlengd worden in geval van overmacht. Covid 19 is zo een geval van overmacht. In geval de termijn om een aanvraag in te dienen geheel of gedeeltelijk viel binnen de periode van 14 maart tot en met 18 mei 2020 worden de dagen die in de overmachtsperiode vallen niet meegeteld bij de berekening van de 60 dagen.
-Situatie 1: Levering vóór de COVID-overmacht periode: dan tel je de dagen tot net vóór COVID (dagen tijdens COVID-overmacht tellen niet mee) en na COVID tel je verder.
Bv. Levering 2 maart: Tel aantal dagen tot net voor de COVID-periode (dus tot en met 13 maart) = 11 dagen
De overige 49 dagen (60-11=49) begin je te tellen na de COVID-periode, dus vanaf 19 mei.
Bijgevolg heeft betrokkene tijd tot 6 juli om een aanvraag in te dienen.
-Situatie 2: Levering en aanvraagtermijn vallen volledig binnen de COVID-overmachtsperiode: dan begin je de 60 dagen te tellen vanaf dat de COVID-periode voorbij is, dus vanaf 19 mei.
Bv. levering 14 maart: termijn van 60 dagen begint pas te lopen vanaf 19 mei.
Bijgevolg heeft betrokkene tijd tot 17 juli om een aanvraag in te dienen.
-Situatie 3: levering valt binnen de COVID-overmachtsperiode en de eindtermijn om een aanvraag in te dienen valt ná corona: dan tel je het aantal dagen tussen levering een laatste dag COVID-overmachtsperiode (dus tot en met 18 mei) en de termijn van 60 dagen wordt verlengd met dat aantal dagen
Bv. levering 1 mei: Tel aantal dagen tot laatste dag COVID-periode (dus tot en met 18 mei) = 18 dagen
Dus aanvraagdatum wordt verlengd met 18 dagen.
Bijgevolg heeft betrokkene tijd tot 17 juli om een aanvraag in te dienen.
--
BCSD-raadslid Wingene/Zwevezele
Marie-Christine Vandendriessche